Chronologie van de geschiedenis van de natuurkunde in de wereld
480 v.Chr. – Leucippus van Miletus en Democritus van Abdera werken de atomistische hypothese uit, die zegt dat materie bestaat uit atomen – kleine, ondeelbare eenheden.
335 v.Chr. – Aristoteles formuleert het geocentrische systeem, volgens hetwelk de aarde in het centrum van het universum is gefixeerd, een theorie die later door Ptolemaeus werd ontwikkeld.
295 v.Chr. – Euclides publiceert de eerste studies over optica.
250 v.Chr. – Archimedes van Syracuse stichtte de hydrostatica – studie van de balans van vloeistoffen – door de principes van fluctuatie en relatieve dichtheden te ontdekken.
1543 – De Pool Nicolas Copernicus publiceert On the Revolutions of the Celestial Bodies, waarin hij de principes van heliocentrisme uitlegt.
1600 – De Engelsman William Gilbert publiceert De Magnete en markeert het begin van studies over elektriciteit en magnetisme.
1604 – Galileo presenteert de eerste verklaringen voor de wetten van vallende lichamen in zijn werk On Accelerated Motion.
1647 – Blaise Pascal, Fransman, stelt het bestaan van atmosferische druk in het voorwoord bij de verhandeling over het vacuüm.
1648 – De Italiaanse Evangelista Torricelli vindt de barometer uit, een instrument dat de atmosferische druk meet.
1648 – De Nederlander Willebrord Snellius ontdekt de wet van de breking van het licht.
1667 – De Engelsman Isaac Newton identificeert de verspreiding van licht.
1676 – De Fransman Edme Mariotte en de Ier Robert Boyle verkondigen de wet van de samendrukbaarheid van gassen, volgens welke de druk van een gas omgekeerd evenredig is aan het ingenomen volume.
1676 – De Deense astronoom Ole Römer ontdekt dat de lichtsnelheid eindig is en berekent deze op 225.000 km per seconde.
1687 – Newton publiceert Mathematical Principles of Natural Philosophy, waarin hij de wetten van traagheid en universele zwaartekracht uiteenzet.
1738 – De Zwitser Daniel Bernoulli publiceert de eerste onderzoeken naar de druk en snelheid van vloeistoffen.
1761 – De Engelsman Joseph Black creëert calorimetrie, de kwantitatieve studie van warmte.
1785 – De Fransman Charles Augustin de Coulomb verkondigt de wet van elektrostatische krachten, volgens welke “elektrische ladingen met tegengesteld teken elkaar aantrekken en die met een gelijk teken elkaar afstoten”.
1799 – De Duitser Friedrich Herschel ontdekt het bestaan van infraroodstralen.
1801 – De Duitser Carl Ritter ontdekt ultraviolette straling.
1814 – De Fransman Augustin Fresnel begint de golftheorie van licht te ontwikkelen.
1820 – De Fransman André-Marie Ampère formuleert wetten van de elektrodynamica; Pierre Laplace berekent de elektromagnetische kracht; de Deen Hans Christian Oersted beschrijft de afwijking die wordt veroorzaakt door elektrische stromen op de kompasnaald en verenigt elektriciteit en magnetisme definitief.
1821 – De Engelsman Michael Faraday ontdekt de grondslagen van elektromagnetische inductie.
1824 – De Fransman Nicolas Sadi Carnot publiceert Réflexions Sur la Puissance Motrice du Feu, dat later de basis zou vormen van de thermodynamica.
1827 – De Duitser Georg Ohm formuleert de wet die potentiaal, weerstand en elektrische stroom met elkaar in verband brengt.
1831 – Faraday ontdekt elektromagnetische inductie.
1842 – Christian Doppler, Oostenrijker, formuleert de basis van het Doppler-effect, gebruikt in de akoestiek en astronomie.
1843 – De Engelsman James Joule bepaalt de hoeveelheid mechanisch werk die nodig is om een eenheid warmte te produceren.
1846 – De Duitser Ernest Weber bouwt de eerste elektrodynamometer om de aantrekkingskracht tussen elektrische ladingen te meten.
1847 – De Duitser Hermann von Helmholtz verkondigt het principe van energiebehoud.
1849 – De Engelsman William Thomson (Lord Kelvin) creëert de absolute thermometrische schaal.
1850 – De Duitser Rudolf Julius Clausius formuleert het tweede principe van de thermodynamica en de kinetische theorie van gassen.
– De Fransman Léon Foucault demonstreert de rotatie van de aarde met behulp van een slinger van 67 meter.
1851 – De Duitser Franz Ernst Neumann formuleert de wet van elektromagnetische inductie.
– Kelvin formuleert de wetten van energiebesparing en -dissipatie.
– De Schot William Rankine definieert potentiële energie en kinetische energie.
1852 – De Engelsman George Stokes formuleert de wet van fluorescentie, waarbij hij het effect van ultraviolet licht op kwarts observeert.
1860 – De Schot James Clerk Maxwell demonstreert dat de kinetische energie van moleculen afhangt van hun temperatuur.
1869 – De Oostenrijker Ludwig Boltzmann berekent de snelheid van moleculen.
1873 – De Nederlander Johannes van der Waals ontdekt de aantrekkingskracht tussen atomen en moleculen.
1880 – Philipp von Jolly, Duitser, meet de variatie in gewicht in relatie tot de hoogte.
1884 – De Noord-Amerikaan Thomas Edison maakt de eerste elektronische klep.
1887 – Amerikanen Albert Michelson en Edward Williams Morley tonen de constantheid van de lichtsnelheid.
1888 – De Duitser Heinrich Hertz en de Engelsman Oliver Lodge komen afzonderlijk tot de conclusie dat radiogolven tot dezelfde familie behoren als lichtgolven (elektromagnetische golven).
1890 – De Fransman Paul Villard identificeert gammastraling.
– De Nieuw-Zeelander Ernest Rutherford en de Engelsman Frederick Soddy conceptualiseren radioactieve families.
1895 – De Duitser Wilhelm Röntgen ontdekt röntgenstraling.
– Jean-Baptiste Perrin, Fransman, laat zien dat kathodestralen negatieve elektriciteit transporteren.
1896 – Rutherford ontdekt alfa- en bètastraling geproduceerd in radioactieve atomen.
– De Fransman Henri Becquerel ontdekt de radioactiviteit van uraniumzouten.
1900 – De Duitser Max Planck formuleert de kwantumtheorie.
1902 – Oliver Heaviside, Engelsman, stelt dat er een atmosferische laag is die de breking van radiogolven bevordert.
1905 – Lee de Forest, een Amerikaan, vindt de triode uit, een elektronische klep met drie elementen.
– De Duitser Albert Einstein formuleert de grondslagen van de theorie van de beperkte relativiteitstheorie, de wet van gelijkwaardigheid tussen massa en energie, de theorie van de Brownse beweging en de theorie van het foto-elektrische effect.
1906 – De Duitser Walter Hermann Nernst postuleert de derde wet van de thermodynamica.
1910 – De Poolse Marie Sklodowska Curie slaagt erin het metaalelement radium te isoleren.
1911 – De Noord-Amerikaan Victor Hess ontdekt kosmische straling.
– Rutherford creëert het eerste model van een atoom met een “planetaire” structuur, samengesteld uit elektronen die rond een kern draaien.
1913 – De Deen Niels Bohr ontwikkelt het kwantummodel van het atoom.
– De Engelsman James Frank en de Duitser Gustav Hertz demonstreren het bestaan van energieniveaus binnen het atoom.
– De Engelsman Frederick Soddy creëert de term ‘isotoop’ om atomen aan te duiden die hetzelfde atoomnummer hebben, maar verschillende massagetallen.
1916 – Einstein publiceert zijn laatste studies over de algemene relativiteitstheorie.
1918 – De Engelsman Arthur Stanley Eddington bevestigt experimenteel de algemene relativiteitstheorie van Einstein met de waarneming van de zonsverduistering van 1918.
1923 – De Amerikaan Louis Bauer analyseert het magnetische veld van de aarde.
– De Fransman Louis de Broglie legt een correspondentie vast tussen golf en deeltje en formuleert golfmechanica.
1925 – De Noord-Amerikaan Samuel Goldsmith en de Deen George Uhlenbeck definiëren de spin van het elektron.
– De Duitsers Werner Heisenberg en Ernst Jordan, de Oostenrijker Erwin Schrödinger, de Deen Niels Bohr en de Engelsman Paul Dirac formuleren de nieuwe theorie van de kwantummechanica.
1927 – De Italiaan Enrico Fermi geeft een statistische interpretatie van de kwantummechanica.
– Heisenberg formuleert het onzekerheidsprincipe, volgens hetwelk de positie en snelheid van deeltjes niet tegelijkertijd en met precisie bekend kunnen zijn.
1928 – Duitsers Hans Geiger en Walter Müller vinden de Geigerteller uit om radioactiviteit te meten.
1929 – Einstein publiceert zijn conclusies over de verenigde veldtheorie.
1930 – De Nederlander Petrus Debye gebruikt röntgenstralen om de moleculaire structuur te onderzoeken.
1931 – De Noord-Amerikaan Ernest Lawrence ontwikkelt de cyclotron, een instrument voor het versnellen van geladen deeltjes.
1932 – De Noord-Amerikaan Robert van de Graaff bouwt de eerste elektrostatische machine.
– De Noord-Amerikanen Carl Anderson, Robert Millikan en de Engelsman James Chadwick ontdekken het neutrino en het positron.
– De Engelsman John Cockcroft en de Ier Ernest Walton bouwen een deeltjesversneller waarmee de eerste kernreactie kan plaatsvinden.
1934 – De Japanse Hideki Yukawa werkt de theorie van het bestaan van het meson uit.
– Het Franse echtpaar Frédéric en Irène Joliot-Curie ontdekken kunstmatige radioactiviteit.
– Fermi concludeert dat neutronen en protonen dezelfde fundamentele deeltjes zijn in verschillende kwantumtoestanden.
1936 – De Noord-Amerikaan Carl Anderson ontdekt het positron.
– De Italiaan Enrico Fermi bombardeert zware chemische elementen met neutronen, waardoor elementen ontstaan die zwaarder zijn dan die welke in de natuur voorkomen.
1938 – Duitsers Otto Hahn en Fritz Strasmann ontdekken kernsplijting.
1941 – Het Manhattan Project begint in de Verenigde Staten met de bouw van de atoombom.
1942 – Fermi coördineert in Chicago (Verenigde Staten) de bouw van de eerste kernreactor.
1945 - In juli brengen de Verenigde Staten de eerste atoombom tot ontploffing in de Sonorawoestijn (VS). In augustus lieten de Amerikanen een atoombom vallen op Hiroshima en Nagasaki.
1948 – De Noord-Amerikanen John Bardeen, Walter Brattain en William Shokley formuleren de transistortheorie en bouwen de eerste modellen.
1950 – Albert Einstein breidt de relativiteitstheorie uit naar algemene veldtheorie.
1952 – De Verenigde Staten laten de eerste waterstofbom in de Stille Oceaan ontploffen. Het jaar daarop was de Sovjet-Unie aan de beurt.
1955 – Het Massachusetts Institute of Technology (MIT), in de Verenigde Staten, produceert de eerste ultrasnelle frequentiegolven.
1956 – Het Los Alamos Laboratory in de VS detecteert het neutrino.
1967 – China laat zijn eerste waterstofbom ontploffen.
1982 – De eerste gecontroleerde kernfusie vindt plaats, die vijf seconden duurt, bij 100.000 ºC, aan de Princeton University (Verenigde Staten).
1983 – Het Geneva Nuclear Research Center, Zwitserland, ontdekt een deeltje (het tussenliggende Z-boson) dat de theorie bevestigt van de eenwording van de elektromagnetische kracht met zwakke kernenergie.
1986 – De Duitser Georg Bednorz en de Zwitser Karl Müller produceren met een keramische legering van verschillende chemische elementen een supergeleider voor ‘hoge’ temperaturen, dat wil zeggen een materiaal dat bij lage temperaturen geen elektrische weerstand heeft.
1986 – Ephraim Fishbach, een Amerikaan, stelt het bestaan van een vijfde kracht voor, de afstotende, naast de reeds bekende: sterk, zwak, elektromagnetisch en zwaartekracht.
1988 – Natuurkundigen van het Los Alamos National Laboratory in de Verenigde Staten beweren het bestaan van de vijfde kracht te hebben bewezen.
1989 – De Engelsman Martin Fleishmann en de Noord-Amerikaan Stanley Pons beweren kernfusie bij kamertemperatuur te hebben bereikt: ‘koude’ fusie. Kort daarna geeft Fleishmann toe dat hij zich heeft vergist.
1996 – Wetenschappers van het Particle Physics Laboratory maken het nieuws bekend dat ze erin zijn geslaagd antimaterie-atomen te produceren.
Chronologie van de geschiedenis van de natuurkunde in Brazilië
1858 - De Centrale School, voorheen de Militaire Academie, wordt opgericht, met een afdeling die natuur- en wiskundige wetenschappen bestudeert.
1934 – De Universiteit van São Paulo (USP) richt haar eerste onderzoeksgroep op, met Marcelo Dami de Souza Santos, Mário Schenberg en Paulus Aulus Pompéia, geleid door Gleb Wataghin.
1944 – Joaquim Costa Ribeiro ontdekt het thermodiëlektrische effect, bekend als het Costa Ribeiro-effect.
1947 – César Lattes neemt deel aan de ontdekking van het meson.
1951 - Oprichting van het Instituut voor Theoretische Natuurkunde in São Paulo.
– Oprichting van de Nationale Commissie voor Kernenergie in Rio de Janeiro.
1953 - Oprichting van het Stralingsonderzoeksinstituut in Minas Gerais.
1954 – Mário Schenberg ontdekt een proces van energieverlies in sterren, door de emissie van neutrino's, het Urca-effect genoemd.
1957 - Het São Paulo Atomic Energy Institute wordt opgericht.
1958 – Installatie van de eerste kernreactor in Latijns-Amerika, aan de Universiteit van São Paulo (SP).
1959 – Jacques Danon en Argus Henrique Moreira ontwerpen een nieuwe deeltjesversneller.
1967 – César Lattes bewijst zijn ontdekking van de ‘vuurbal’ in de atoomkern, een tussenstadium in de vorming van nieuwe deeltjes.
1968 - Oprichting van de Braziliaanse Natuurkundevereniging.
– Installatie van het kernenergiecentrum voor de landbouw in Piracicaba (SP).
1974 – Ondertekening van de kernovereenkomst tussen Brazilië en Duitsland, die de aankoop van de Angra I-kerncentrale vastlegt, waartegen Braziliaanse natuurkundigen zich uitspreken.
1983 - Inhuldiging van de Angra I-kerncentrale in Angra dos Reis (RJ), de eerste in Brazilië.
1989 – De grootste deeltjesversneller van het land wordt in Campinas (SP) in gebruik genomen.