Vladimir Illitch Ulyanov, beter bekend als Lenin, werd in 1870 in Rusland geboren. Zijn familie was rijk en had adellijke titels.
De rijke oorsprong beviel Lenin. Maar door het verlies van zijn familie zou de moord op zijn broer Alexander, na een mislukte terroristische staatsgreep tegen de tsaar, zijn gedrag ten opzichte van het regime dat zijn land domineerde, veranderen.
Marxistische idealen
In 1890 raakte hij betrokken bij een groep die banden had met de ideeën van Marx in Sint-Petersburg. Het was Lenins bedoeling om het marxistische communisme aan te passen aan de realiteit van het Rusland van de 20e eeuw. Om dit te doen was het echter noodzakelijk om het aan kracht winnend kapitalisme te misvormen.
Lenin is de auteur van de theorie ‘democratisch centralisme’, die oplegt dat marxistische actie geleid moet worden door de partijleiding en een militair actieregime moet volgen.
Hij probeerde alle marxistische groepen van zijn tijd in Rusland samen te brengen. Er was echter verdeeldheid tussen de bolsjewieken, die radicale leninisten zijn, en de mensjewieken, een meer gematigde groep.
De tsaristische regering kreeg tijdens de Eerste Wereldoorlog haar eerste anti-populaire klap te verduren.
Kort daarna won een beweging aan kracht die de democratische revolutie van maart 1917 teweegbracht, die uiteindelijk Alexander Kerenski, verbonden met de mensjewieken, als president consolideerde.
Conflicten, stakingen en protesten
Als gevolg van de immense instabiliteit van Kerenski's regering, gekenmerkt door conflicten, stakingen en protesten, vond er een politieke strijd plaats die resulteerde in de eerste Sovjetregering, die nu werd gedomineerd door bolsjewieken.
Op dat moment zou de dictatuur worden gevestigd. Om de controle te behouden richtte Lenin de Tcheka op, een speciale geheime dienst die bedoeld was om tegenstanders uit te schakelen.
Rusland komt opnieuw terecht in een burgeroorlog, nu tussen blanken en roden (analogie van niet-revolutionairen tegen revolutionairen).
Lenin bereidde vervolgens het ‘oorlogscommunisme’ voor, wat geen effect had. De oplossing was het zoeken naar een gematigder economisch alternatief, met een geleidelijke terugkeer naar het kapitalisme.
Lenin leed aan een hemiplegie en verloor de controle. Zijn naaste armen bleven vacant, zoals Stalin en Trotski.
Lenin stierf in 1924. Zijn regime werd gekenmerkt door groot geweld en controle over machtsmechanismen.