Het leven van Socrates
Socrates werd geboren in 470 voor Christus in Athene, het oude Griekenland. Zijn theorieën en zijn naam zijn verbonden met de oorsprong van de westerse klassieke filosofie.
In feite liet Socrates geen geschreven werken of filosofieboeken ter consultatie achter. Zijn reflecties en standpunten over de filosofie werden vastgelegd door zijn volgelingen, zoals Xenophon en Plato.
Een andere vorm van manifestatie van het bestaan van Socrates en zijn leringen kwam aan het licht in de gevechten en satires van Aristophanes. Socrates gaf er de voorkeur aan zijn werk te vereeuwigen via zijn volgelingen, dat wil zeggen dat het ontbreken van boeken en manuscripten opzettelijk was.
Het door Socrates uitgevonden onderzoeksproces, dat nu op grote schaal wordt toegepast in de hedendaagse psychologie, wordt maêutiek genoemd: de onderzoeker bereikt via talloze vragen het middelpunt van het onderzoek.
Net als in de psychologie werd de door Socrates geïnterviewde persoon op maeutische wijze naar het innerlijke uiterste geleid, en zo werd de obsessieve zoektocht naar de waarheid uitgevoerd. Ook al werd hij beschouwd als de intelligentste aller tijden, zijn stelregel was: "Ik weet alleen dat ik niets weet".
Psychologie van Socrates
Socrates werkte op zoek naar morele rechtschapenheid en menselijk geweten. In tegenstelling tot de sofisten zocht Socrates naar de verborgen waarheid in het zijn en werkte hij niet met relativistisch denken.
In de politiek bepleitte Socrates dat de heerser de wijste van alle burgers zou zijn. Democratie stond niet hoog aangeschreven bij de filosoof.
Socrates betoogde dat de ziel onsterfelijk en onverwoestbaar was. Vanwege deze theorie werd hij door de heersers ter dood veroordeeld. Hij gaf er de voorkeur aan zijn straf uit te zitten in plaats van te ontsnappen.
Ingenomen hemlock, een dodelijk gif, in 399 voor Christus